Parochiekerk Wambeek met omliggend kerkhof ingeplant in de dorpskern. Het classicistisch schip werd in 1774 naar plannen van bouwmeester Thibaut toegevoegd aan de laat-gotische oostpartij die in de 17de eeuw gebouwd werd dank zij de vrijgevigheid van kardinaal J.F.Goess (geboren in Wambeek).
Classicistisch halleschip verlicht door middel van rondboogvensters en voorzien van een zand- en hardstenen westergevel.
Hoge centrale toren van bak- en zandsteen, bekroond met een hoge ingesnoerde naaldspits en voorzien van spitsboogvormige drieledige galmgaten.
Na de bekering van Clovis in 496 wordt tussen 500 en 750 een nieuwe en definitieve periode van de parochiegeschiedenis in ons land ingeluid. Onder de Merovingers waren er verschillende grote domeinen ontstaan, die eigendom waren van kloosters, abdijen of van leken. De abdij van Sint-Gertrudis te Nijvel was één van de abdijen met zeer uitgestrekte bezittingen in onze regio. In een akte van 877 kunnen we nalezen dat deze abdij hier drie villa’s (hoven met gebouwen en gronden) had: Liniacum (Lennik) , Gaugiacum (Gooik) en Wambacem (Wambeek).
Hoe weten we dat Wambeek reeds in de 9de eeuw over een parochiekerk beschikte?
De abdij van Nijvel had , als eigenaar, er alle belang bij een kerkje te bouwen in de grote en verafgelegen villa Wambeek. Daardoor kon de abdij van Nijvel aanspraak maken op de tienden (belastingen); om de tienden te innen moesten ook de parochiegrenzen vastgelegd worden. Zo omvatte de moederkerk Wambeek: Wambeek, Ternat en Sint-Katelijne-Lombeek, tesamen ongeveer 2447 ha groot.
Het was van belang, zoals Wambeek, om “moederkerk” te zijn. Aan een moederkerk waren immers de volgende rechten verbonden:
het dooprecht; alleen de moederkerk had het recht een doopvont te bezitten; alle personen uit de “villa” dienden aldus te Wambeek gedoopt te worden, behalve in stervensgevaar.
De zielezorg; uit alle gehuchten moest men te Wambeek ter misse gaan op zon- en feestdagen.
Het begrafenisrecht; de moederkerk mocht een kerkhof bezitten. Alle begravingen dienden dus te Wambeek te geschieden.
Uit deze drie voorrechten kon de moederkerk een bron van inkomsten halen, namelijk de offergiften.
De bezittingen van de abdij van Nijvel, waaronder die van de villa Wambeek, werden in drie oorkondes vermeld: oorkonde op 9 juli 877 opgesteld door Karel de Kale, oorkonde van 26 juli 897 van Koning Zwentibald, oorkonde van 966 afgeleverd door Otto I. In 1122 is er melding van een altaar (kerk) te Wambeek (bisschop Odon van Kamerijk). In de decanale visitaties vanaf de 16de eeuw worden regelmatig gegevens opgesomd over de parochie en de kerk te Wambeek.
(samenvatting uit: Wambeek, bijdragen tot de geschiedenis – 1993 – uitgegeven door Davidsfonds Wambeek)
Het bericht Sint-Remigiuskerk verscheen eerst op Ontdek Pajottenland & Zennevallei.